Black-out: definitie en uitleg

Een black-out is een stoornis in de hersenen waar het kortetermijngeheugen geen herinneringen door geeft aan het langetermijngeheugen. Als dit gebeurt kun je je (tijdelijk) niets meer herinneren van een bepaalde periode of over een bepaald onderwerp. Stress, spanning of angst blokkeren tijdelijk de toegang tot bepaalde kennis. Een voorbeeld is het proberen te herinneren van een filmtitel, en het gevoel ervaren dat de titel ‘op het puntje van je tong’ ligt: je wéét dat je de titel kent, maar je komt er niet op. Vrijwel altijd is dit een tijdelijk probleem. Zodra je je richt op een andere taak, herinner je je de filmtitel direct!
Als we een ‘gezonde’ nervositeit ervaren, leidt dit ertoe dat we beter presteren: we zijn meer gefocust en hebben de volle aandacht voor de taak die we pogen uit te voeren. Als er teveel stress is ( je hebt als coach of therapeut last van bijvoorbeeld  zware faalangst of spreekangst), kan het voorkomen dat je prestatie zo beïnvloed wordt door de stress dat het onmogelijk wordt nog iets te herinneren. In dat geval spreekt men van een black-out. Als je een presentatie tientallen keren hebt geoefend, maar op het moment van de waarheid niet uit je woorden komt en niet meer weet wat je wil vertellen, kan je te maken hebben met een black-out.
Het is de zogenoemde ‘wet van Yerkson-Dodson’ die stelt dat er een verband is tussen prestatie en stress. Hoe we stress ervaren is persoonlijk, en de intensiteit van angstgevoelens hangt hiervan af. Stress kan zowel positieve als negatieve effecten hebben op de prestatie. Hoe je reageert op stress hangt af van je persoonlijkheid. Introverte personen hebben bijvoorbeeld sneller last van black-outs.